Von Neumann-architectuur

De Von Neumann-architectuur is het basisontwerp van de meeste moderne computers. Het omvat een centrale verwerkingseenheid (CPU) die instructies uitvoert, een gedeeld geheugen voor zowel programma's als gegevens, een instructieset voor CPU-operaties, aparte paden voor programma's en gegevens, en sequentiële uitvoering van instructies. Dit ontwerp biedt flexibiliteit en programmeerbaarheid, maar er zijn ook andere computerarchitecturen, zoals de Harvard-architectuur, die aparte geheugens voor instructies en gegevens gebruiken voor specifieke toepassingsvoordelen.

Operating system

Een besturingssysteem (ook wel OS genoemd, afgekort van het Engelse "Operating System") is een essentieel softwarecomponent dat het beheer en de controle van de hardwarebronnen van een computer of apparaat mogelijk maakt. Het heeft verschillende belangrijke functies en verantwoordelijkheden:

1. Hardwarebeheer
2. Processenbeheer
3. Geheugenbeheer
4. Bestandstysteembeheer
5. Invoer/Uitvoer-beheer
6. Beveiliging en toegangsbeheer
7. Gebruikersinterface

Over het algemeen fungeert een besturingssysteem als een tussenlaag tussen de hardware van de computer en de softwaretoepassingen die erop draaien. Het biedt een georganiseerde en gestandaardiseerde omgeving waarin gebruikers en programma's kunnen werken, en het zorgt voor de efficiënte toewijzing van hardwarebronnen om de prestaties en betrouwbaarheid van het systeem te waarborgen.

Compilers

Een compiler is een softwareprogramma dat wordt gebruikt om broncode geschreven in een programmeertaal om te zetten in een uitvoerbaar programma of machinecode die door een computer kan worden uitgevoerd. Het belangrijkste doel van een compiler is om de mens leesbare broncode te vertalen naar machinetaal die begrijpelijk is voor de computer, zodat het programma kan worden uitgevoerd.